Als leerkracht word ik vaak geconfronteerd met motivatie en het gebrek ervan, zowel bij de leerling als bij mezelf . Het is vrij demotiverend om een leerling week na week te horen zeggen “ik heb geen zin, ik wil niet spelen, ik kan dat niet”. Maar, heb ikzelf elk uur evenveel zin om les te geven? Wil ik elke dag met evenveel goesting gitaarspelen of zingen? Geloof ik altijd in mezelf dat ik het kan? Neen. Zo wordt deze ‘probleemstelling’ in de les een spiegel voor mezelf en ga ik op zoek naar mijn eigen motivatie. Ik ben gitaar gaan studeren om les te geven, om mijn passie te kunnen doorgeven. Na bijna 10 jaar aan de slag te zijn in het deeltijds kunstonderwijs, blijft er van die ‘passie doorgeven’ helaas vaak weinig over. Leerlingen willen dat alles leuk is en liefst niet te moeilijk, maar een instrument leren spelen vergt inspanning. Als leerkracht probeer ik er dan voor te zorgen dat ze ‘een lied kunnen spelen’ als leuk gaan beschouwen en dat dat hun motivatie wordt om te blijven oefenen. Als een leerling na 7 jaar elke week naar de les blijft komen en bij elk nieuw stuk zegt “dat is zo mooi, ik wil dat kunnen spelen”, dan weet ik dat als ik leerkracht in mijn opzet geslaagd ben en dat geeft enorme voldoening omdat die leerling uit zichzelf de motivatie heeft gevonden om te blijven spelen. Hieruit haal ik zelf mijn motivatie om te blijven lesgeven, deze succesverhalen, hoe klein ook, een glimlach van een kind omdat ze ’s interklaas kapoentje’ kan spelen, is voldoende. Tijdens mijn studies werd ‘gitaar spelen’ ‘gitaar studeren’, waardoor het soms een opgave werd om de gitaar vast te nemen. Ook zingen werd werken, elke dag bezig zijn met die stemtechniek en je stem als instrument onderhouden met alle bijbehorende confrontaties. Na het behalen van mijn diploma’s viel die wekelijkse prestatiedruk weg, maar daarmee viel ook de motivatie weg. Het heeft een hele tijd geduurd eer ik uit mezelf terug mijn gitaar vastnam en een nieuwe partituur voor mezelf instudeerde. Nu kan ik ervan genieten zelf een stuk te ontdekken en dat leren spelen, of eentje uit de oude doos terug hernemen. Dat doen voor mezelf, is een grote verschuiving van motivatie en dat merk ik zelfs in mijn spel, dat vrijer wordt. Ook nieuwe uitdagingen ga ik aan, zoals de opleiding jazzgitaar, hier komt terug die prestatiedruk kijken, maar in eerste plaats doe ik het voor het spelplezier en de verrijking. Mijn motivatie om met zangstudies te starten was niet om les te geven, maar omdat ik zo graag zing en daarmee wel op het podium wil staan. Tijdens de opleiding kreeg ik podium kansen, wat telkens een confrontatie was, maar ook genieten. Na het afstuderen zijn de plannen groot, veel op het podium willen staan, een duo zang – gitaar uitbouwen, zingen met een koor… maar op een paar concerten per jaar na, sta ik niet zoveel op dat podium. Zo verminderde mijn motivatie om te blijven zingen, omdat er ‘geen doel’ is. Na een periode van wachten op kansen, wachten op iemand die met mij een duo wil vormen, probeer ik mijn eigen kansen te creëren. Mijn liefde voor zang is ontstaan tijdens het koorzingen en dus nam ik dat terug als startpunt. Aan het begin van het jaar deed ik auditie voor het Octopus kamer- en symfonisch koor en binnenkort sta ik mee op de planken van ‘de Roma’ tijdens mijn eerste project met dit koor. Dit geeft me al zoveel goesting om meer te zingen en mijn stem te onderhouden, wat dan weer een positieve invloed heeft op mijn leerlingen en studenten. En zo is de cirkel rond, wanneer mijn motivatie op een laag pitje komt, ga ik die buiten mezelf zoeken, waardoor ik terug de goesting vind en deze komt van binnen uit. Deze goesting en drive straal ik naar buiten en neemt mijn studenten mee in het ‘ik hou van muziek, ik leef mij uit op gitaar en met mijn stem’- verhaal.
0 Comments
Mijn muzikale studies na het secundair onderwijs hebben heel wat jaren in beslag genomen (10 jaar in totaal), ik zeg vaak “ik had arts kunnen zijn ;)”. Na deze master en bacheloropleiding wil ik me nog steeds verder ontwikkelen als muzikant, want ‘volleerd’ kunnen we nooit zijn. Eerder dit jaar dacht ik eraan voor mijn master in klassieke zang te gaan, om met nog meer bagage, kennis, techniek en vertrouwen op het podium te staan. Maar al snel voelde ik dat deze richting te specifiek en te ‘eng’ was voor mij. Ik wil me als muzikant ontwikkelen in de bredere zin. In de zangcoaching die ik geef vertrek ik nog steeds van de klassieke stemvorming, je stem op een juiste manier leren gebruiken staat nog altijd centraal. Daarnaast werk ik vooral aan liederen uit de lichte pop en musical muziek. Dit vraagt soms heel wat inspanning om op deze manier te zingen en een mooie begeleiding op gitaar/ piano te vinden, maar de tevreden student als beloning is veel waard. Hierdoor heb ik zelf ontdekt hoe graag ik deze muziek zing, met gitaarbegeleiding. Heerlijk om de nummers in pure eenvoud als gitaar en stem te brengen. Zo kwam ik weer bij mijn eerste muzikale liefde ‘de gitaar’ die een tijdje naar de achtergrond is geweest tijdens mijn zangstudie. Zelf weer studeren, favoriete stukken terug bovenhalen, begeleiding uitschrijven voor nummer dat ik graag zing,… Het werd duidelijk dat ik hierin wil bijleren, loskomen van de partituur, meer inzicht krijgen in de akkoorden, meer dan enkel de basisakkoorden. Mijn interesse voor jazzmuziek en jazzgitaar is al aangewakkerd tijdens mijn jaren aan het KSO, maar door keuzes te maken werd die jazzgitaar al snel terug opgeborgen. Na al die jaren ben ik eindelijk gestart met de opleiding jazzgitaar aan het stedelijk conservatorium van Hasselt en met mijn leraar Tim Finoulst kon ik geen betere wensen! Ik heb nog maar een maandje les gehad en vind het al helemaal geweldig. Het is best een uitdaging om mijn eigen instrument op een andere manier te benaderen, maar de goesting is zo groot om bij te leren. Je kan je als muzikant heel specifiek en specialistisch toeleggen op 1 ‘vak’ of je kan je blik verruimen en gaan kijken en leren bij de buren. Mijn keuze is deze laatste en ik denk dat dat me als muzikant, maar ook als leerkracht alleen maar ‘rijker’ maakt. Toen ik in mijn masterjaren aan het Lemmensinstituut studeerde, gaf ik reeds enkele jaren gitaarles aan de academie. Daardoor koos ik als onderwerp voor mijn thesis “Pop versus klassiek”over de verwachting en motivatie van de leerlingen uit het DKO (Deeltijds KunstOnderwijs). Ik kreeg het idee dat weinig leerlingen weten over de ‘klassieke gitaar’ en wat deze lessen inhouden. Of dat ook echt zo is onderzocht ik aan de hand van enquetes van alle gitaarleerlingen van 1 academie, leerkrachten gitaar van verschillende academies en enkele interviews met directeurs. Een samenvatting uit het besluit van mijn thesisonderzoek: “Uit de enquêtes is naar voor gekomen dat de gitaarleerlingen inderdaad verwachten bekende liederen en akkoorden te leren spelen. De leerkrachten en directeurs zijn zich hier bewust van en de meeste leerkrachten passen zich aan aan de wensen van hun leerlingen, wanneer deze binnen de grenzen liggen van wat kan binnen de klassieke richting. Studenten hogere studies gitaar z ijn het meestal eens over het feit dat het als leerkracht gitaar een verrijkingis om ook een beetje thuis te zijn in de popmuziek. Zij zien dit als voordeel voor hun taak als leraar in het deeltijds kunstonderwijs.” Ondertussen geef ik reeds 9 jaar les aan het deeltijds kunstonderwijs en gaan mijn eerste leerlingen hun eindexamen afleggen. De vraag “juf wanneer leren we akkoorden?” ga ik niet langer uit de weg. Ik vind dat akkoordenleer moet opgenomen worden in het klassiek gitaarspel, het staat trouwens ook in het minimumleerplan. Akkoordenleer helpt de leerlingen inzicht krijgen in de structuur van de muziek. Heel veel (pop)muziek is opgebouwd volgens het I – IV-V principe <in een toonaard spreken we van 7 toontrappen (I tot VII), bij elke toontrap hoort een akkoord (bijvoorbeeld Do groot I=C, IV=F ,V=G)>. Zo geef ik aan de leerlingen bijvoorbeeld de oefening: kies een toonaard, neem de Iste, IVde en Vde trap en componeer 8 maten. Hierdoor lerenze ‘spelen’ met deze componenten, ze leren hun grepen nemen en wordt hun creativiteit getriggerd. Dan laat ik ze zelf een popnummer opzoeken met deze akkoorden, het spelen van deze begeleiding wordt al een stuk eenvoudiger. Maar daar stopt het niet, in de klassieke gitaarliteratuur wordt ook alles opgebouwd volgens een akkoordenschema. Wanneer de leerlingen hun akkoorden kennen, gaat het sneller om bijvoorbeeld een akkoordletter E te lezen dan 6 noten boven elkaar, dit verhoogt de snelheid in zichtlezing. Nadat ze de toonaard bepaald hebben van hun klassiek werk, weten ze welke akkoorden er zowiezo zullen in voor komen (I-IV-V) en zien ze beter de opbouwende structuur. Ten slotte speel je meer in op de verwachtingen van de leerlingen (“ik wil akkoorden leren”) waardoor ze meer gemotiveerd zijn om te studeren voor hun instrument. Plus door de link te leggen akkoordenschema in popmuziek = +/- structuur klassiek werk, wordt hun interesse gewekt in de muziekstijl waar ze nog onbekend mee zijn. |
WelkomVia deze blog deel ik met jullie mijn ervaringen van mijn groeiproces als mens, muzikant, leraar en lichaamsgericht therapeute. Categorieën
All
|